Toegestane bestandsextensies (allowlist en denylist)

In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 6.

Met de 'toegestane bestandsextensies' (allowlist) bepaal je zelf welke bestandstypen toegestaan zijn voor bijlagen bij dossieritems, reacties op dossieritems, documenten en reacties op documenten (het gaat hier om InSite- en OutSite-documenten).

Er is een algemene lijst met toegestane bestandsextensies die voor de hele omgeving geldt. Daarnaast kun je afwijken per type dossieritem en per documentsjabloon.

Inhoud

Opzet van de toegestane bestandsextensies

Als beheerder bepaal je via toegestane bestandsextensies zelf welke bestandstypen toegestaan zijn in de omgeving.

Toepassing van toegestane bestandsextensies

  • Profit controleert op de toegestane bestandsextensies als de gebruiker zelf een bijlage toevoegt bij een dossieritem, een reactie op een dossieritem, een document of een reactie op documenten.

    De controle wordt toegepast in Profit, InSite, OutSite en Pocket als een ingelogde gebruiker een bijlage toevoegt.

  • Profit controleert ook op de toegestane bestandsextensies bij het gebruik van UpdateConnectoren en importfuncties.
  • De toegestane bestandsextensies zijn niet van toepassing op anonieme OutSite-gebruikers.

Zip-bestanden gebruiken

Als je de bestandsextensie .zip blokkeert, dan is een .zip-bestand niet meer toegestaan. Zip-bestanden worden echter gebruikt voor het uploaden van bestanden die niet op de allowlist staan en voor bestanden die op de denylist staan.

Voorbeeld:

Een gebruiker wil een .bat-bestand uploaden bij een reactie bij een dossieritem. Dit mag niet op basis van de denylist, Maar de bestandsextensie .zip is toegestaan. Daarom krijgt de gebruiker de vraag of het bestand gezipt moet worden.

Als de bestandsextensie .zip niet toegestaan is, dan krijgt de gebruiker deze vraag niet. Het uploaden van een .bat-bestand is dan dus niet mogelijk.

Bestanden zonder bestandsextensie

Soms heeft een bestand geen bestandsextensie. Dit kan onder andere voorkomen bij bestanden die via een UpdateConnector (koppeling) worden aangeboden. Om deze bestanden te kunnen uploaden moet je de bestandsextensie .empty toestaan.

Toegestane bestandsextensies voor de hele omgeving inrichten

Je richt de toegestane bestandsextensies voor de hele omgeving in. In de lijst zie je de volgende bestandsextensies:

  • Bestandsextensies die door AFAS worden onderhouden, deze hebben het niveau Profit. Je kunt deze bestandsextensies niet wijzigen. Als je een bestandsextensie niet wilt gebruiken, dan blokkeer je deze.
  • Eigen bestandsextensies die tijdens de conversie naar Profit 6 zijn toegevoegd, deze hebben het niveau Klant. Zie verder de toelichting op de Checklist overgang Profit 6.

    Je kunt ongewenste eigen bestandsextensies blokkeren of verwijderen.

  • Eigen bestandsextensies die je zelf toevoegt.

Toegestane bestandsextensies voor de omgeving inrichten:

  1. Ga naar: Algemeen / Inrichting / Bestandsextensies.

    Als deze functie niet beschikbaar is, dan moet je deze eerst autoriseren.

  2. Blokkeer of verwijder bestandsextensies die je niet wilt toestaan.

    Als je een bestandsextensie blokkeert of verwijdert, dan kun je niet meer afwijken op een lager niveau. Als je bijvoorbeeld de bestandsextensie .csv blokkeert, dan kun je deze niet meer toevoegen als een toegestane bestandsextensie bij een type dossieritem of een documentsjabloon.

    Geblokkeerde bestandsextensies worden niet meer in de weergave getoond, tenzij je geblokkeerde regels zichtbaar maakt door op het slotje te klikken.

  3. Maak nieuwe bestandsextensies aan.

    Je kunt eigen bestandsextensies in de lijst niet wijzigen. Als dit toch nodig is, dan verwijder je de ongewenste bestandsextensie en maak je de juiste bestandsextensie aan.

Toegestane bestandsextensies per type dossieritem inrichten

Je kunt per type dossieritem afwijken van de bestandsextensies op omgevingsniveau. Hierdoor bepaal je welke bijlagen toegestaan zijn in dossieritems en reacties van een specifiek type dossieritem.

Toegestane bestandsextensies per type dossieritem inrichten:

  1. Ga naar: CRM / Dossier / Inrichting / Type dossieritem.
  2. Open de eigenschappen van het type dossieritem.
  3. Ga naar het tabblad: Instellingen.
  4. Selecteer Afwijken van omgeving in Toegestane bestandsextensies.
  5. Klik op: Onderhouden.

    Je hebt nu twee mogelijkheden:

    • Klik op Overnemen om de toegestane bestandsextensies van een ander type dossieritem over te nemen. Dit kan alleen als je nog geen bestandsextensies bij het geopende type dossieritem hebt ingericht.
    • Klik op Nieuw om bestandsextensies toe te voegen. Je kunt alleen bestandsextensies selecteren die beschikbaar zijn op omgevingsniveau in Algemeen / Inrichting / Bestandsextensies en die niet geblokkeerd zijn.
Toegestane bestandsextensies per documentsjabloon inrichten

Je kunt per documentsjabloon afwijken van de bestandsextensies op omgevingsniveau. Hierdoor bepaal je welke bestanden zijn toegestaan als je een document aanmaakt op basis van een documentsjabloon en welke bijlagen zijn toegestaan in reacties.

Toegestane bestandsextensies per documentsjabloon inrichten:

  1. Ga naar: Algemeen / In & OutSite / Documentsjabloon.
  2. Open de eigenschappen van het documentsjabloon.
  3. Ga naar het tabblad: Instellingen.
  4. Selecteer Afwijken van omgeving in Toegestane bestandsextensies.
  5. Zie verder de toelichting bij type dossieritem.
Zie ook

Direct naar

  1. Eigen type dossieritem inrichten