Heffingskortingen

Het bedrag aan belasting dat aan de hand van de tarieven is berekend, wordt vervolgens verminderd met één of meer heffingskortingen. De algemene heffingskorting geldt voor iedereen. Dit is een algemene korting op de verschuldigde belasting. Daarnaast zijn, afhankelijk van de persoonlijke situatie, andere heffingskortingen mogelijk.

Een heffingskorting is een korting op de belasting en/of premie volksverzekeringen die een werknemer of uitkeringsgerechtigde moet betalen. Er zijn verschillende heffingskortingen. Met zes van deze heffingskortingen - samen de zogenoemde loonheffingskorting - houd je op verzoek van de werknemer rekening bij het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Op welke van deze zes kortingen de werknemer recht heeft, hangt af van zijn persoonlijke situatie.

  • algemene heffingskorting
  • arbeidskorting
  • ouderenkorting
  • alleenstaande ouderenkorting
  • jonggehandicaptenkorting

    Let op: 

    Heb je de AOW-leeftijd bereikt? Dan verandert het tarief. Je betaalt namelijk geen AOW-premie meer met ingang van de maand waarin je AOW krijgt. Dit heeft gevolgen voor het bedrag verschillende heffingskortingen.

Meer informatie:

Hoe worden de heffingskortingen verrekend?

Hoe worden de heffingskortingen toegepast?

Overzicht heffingskortingen

Algemene heffingskorting

Arbeidskorting

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Heffingskortingen voor AOW-gerechtigden

Jonggehandicaptenkorting

Korting voor groene beleggingen

Inhoud

Voorbeelden berekening Heffingskorting

De heffingskortingen worden pro rata berekend als er een deel van het jaar premieplicht is. Dit geldt nagenoeg altijd bij migranten maar kan ook voorkomen bij alleen binnenlands of buitenlands belastingplichtigen. In de Wet Financiering Sociale Verzekeringen is vastgelegd hoe de premieplicht werkt als er een deel van het jaar premieplicht is. De voorwaarden voor de berekening zijn als volgt:

  1. Een belastingjaar bestaat voor premieplicht uit 12 perioden van 30 dagen, dus 360 dagen in totaal. Ook februari wordt gezien als 30 dagen;
  2. De dag waarop de premieplicht begint, wordt geteld als gehele dag;
  3. De dag waarop de premieplicht eindigt, wordt niet geteld.

De pro rata berekening geldt alleen voor het premiedeel, het IB-deel geldt volledig of helemaal niet.

Let op: AOW-gerechtigden

Er is een uitzondering op bovenstaande situaties, namelijk voor de AOW-gerechtigden. De premiepercentages veranderen voor een AOW-gerechtigde, net als de hoogte van sommige heffingskortingen.

Als een cliënt in het jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt is het altijd al zo dat de heffingskortingen apart worden berekend voor het stuk voor AOW-gerechtigde leeftijd en apart voor het stuk na AOW-gerechtigde leeftijd. Het IB-deel van heffingskortingen is dan bij elkaar altijd 360 dagen, maar zal uit twee delen bestaan.

Voorbeelden:

  • Cliënt emigreert naar Brazilië
  • Cliënt bereikt de AOW-gerechtigde leeftijd
  • Cliënt heeft afwijkende periode premieplicht

Cliënt emigreert naar Brazilië:

Een cliënt emigreert op 21-05 naar Brazilië. In Brazilië is hij niet verplicht verzekerd voor de premie volksverzekeringen. Voor alle heffingskortingen die de cliënt krijgt, moet het premie-deel pro rata berekend worden. De cliënt kiest niet voor Binnenlandse belastingplicht voor de buitenlandse periode en heeft dus geen recht op het IB-deel.

Berekening 2023:

Aantal dagen premieplicht

140 dagen

Algemene heffingskorting (€ 3.070)

IB-deel heffingskortingen

(0/360) * (9,42/37,07) * heffingskorting

€ 0

AOW-deel heffingskortingen

(140/360) * (17,9/37,07) * heffingskorting

€ 1.576,49

Anw-deel heffingskortingen

(140/360) * (0,1/37,07) * heffingskorting

€ 3,22

Wlz-deel heffingskortingen

(140/360) * (9,65/37,07) * heffingskorting

€ 310,79

Totaal heffingskorting

 

€ 1.890,50

Toelichting:

Bij het aantal premiedagen wordt ‘-1’ gedaan omdat de laatste premiedag niet meetelt.

De formule voor het IB-deel is gelijk aan het PVV-deel van de heffingskortingen. Als een cliënt AOW-gerechtigd wordt in het belastingjaar, is de berekening voor AOW-gerechtigdheid anders dan vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd; ook het IB-deel wordt dan naar rato berekend.

Premiedagen februari:

De berekening van premiedagen voor februari is bijzonder. Voor de premieberekening heeft februari 30 dagen, ook al zijn het er meestal maar 28. Dit betekent dat als een cliënt emigreert op 01-03, dat er in totaal 60 dagen premieplicht zijn. Maar als hij emigreert op 28-02, dan zijn er 57 dagen premieplicht. 1 kalenderdag leidt hier tot een verschil van 3 premiedagen.

Cliënt bereikt de AOW-gerechtigde leeftijd

Een cliënt woont het hele jaar in Nederland en heeft een normaal binnenlands biljet. De cliënt bereikt op 25-08 (van het belastingjaar) de AOW-gerechtigde leeftijd.

Berekening:

Aantal dagen premieplicht voor AOW

210 dagen

Algemene heffingskorting (€ 3.070)

Aantal dagen premieplicht voor IB-deel en overige premies

234 dagen

 

IB-deel heffingskortingen voor AOW

(234/360) * (9,42/37,07) * heffingskorting

€ 507,08

AOW-deel heffingskortingen voor AOW

(210/360) * (17,9/37,07) * heffingskorting

€ 864,74

Anw-deel heffingskortingen voor AOW

(234/360) * (0,1/37,07) * heffingskorting

€ 5,38

Wlz-deel heffingskortingen voor AOW

(234/360) * (9,65/37,07) * heffingskorting

€ 519,47

Aantal dagen premieplicht na AOW

126 dagen

Algemene heffingskorting (€ 1.583)

IB-deel heffingskortingen na AOW

(126/360) * (9,42/19,17) * heffingskorting

€ 271,49

Anw-deel heffingskortingen na AOW

(126/360) * (0,1/19,17) * heffingskorting

€ 2,89

Wlz-deel heffingskortingen na AOW

(126/360) * (9,65/19,17) * heffingskorting

€ 278,90

Totaal heffingskorting

 

€ 2.449,95

Toelichting:

Iemand die de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt is tot de eerste van die maand AOW verschuldigd. De cliënt is wel tot en met de dag waarop de AOW ingaat verzekerd, er hoeft alleen geen premie meer betaald te worden voor de AOW.

Als de cliënt eenmaal de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, is geen premie AOW meer verschuldigd, daarom is deze niet in de berekening na AOW opgenomen.

Voor een AOW-er is de berekening voor de heffingskorting altijd in tweeën geknipt, omdat zowel de percentages als de hoogte van de heffingskortingen na AOW wijzigen.

Cliënt heeft afwijkende premieplicht:

Een cliënt woont in het buitenland maar is wel premie- en belastingplichtig in Nederland. De cliënt heeft een afwijkende periode premieplicht van 23-05 t/m 11-11. De berekening voor de heffingskortingen gaat dan als volgt:

Aantal dagen premieplicht

168 dagen

Algemene heffingskorting (€ 3.070)

IB-deel heffingskortingen

(360/360) * (9,42/37,07) * heffingskorting

€ 780,13

AOW-deel heffingskortingen

(168/360) * (17,9/37,07) * heffingskorting

€ 692,29

Anw-deel heffingskortingen

(168/360) * (0,1/37,07) * heffingskorting

€ 3,87

Wlz-deel heffingskortingen

(168/360) * (9,65/37,07) * heffingskorting

€ 373,22

Totaal heffingskorting

 

€ 1.849,51

Toelichting:

Voor buitenlands belastingplichtigen is één afwijkende periode premieplicht mogelijk. Daar waar inwonenden en migranten twee afwijkende perioden premieplicht kennen, één voor de AOW en Anw en één voor de Wlz en Zvw.

Let op:

Voor de meeste heffingskortingen is het zo dat er geen recht bestaat op het IB-deel. Dit geldt namelijk alleen voor inwoners of cliënten die kiezen voor binnenlandse belastingplicht. Uitzonderingen hierop zijn de arbeidskorting en heffingskortingen die beschreven zijn in verdragen.

Wijzigingen HR-arresten

In dit artikel is gave nieuwe functionaliteit verwerkt die beschikbaar is vanaf Profit 7.

Het HR-arrest (ECLI:NL:HR:2024:470) heeft gevolgen voor de berekening van heffingskortingen in de aangifte IB. Hiervoor zijn wijzigingen doorgevoerd voor het C- en M-biljet van de jaren 2023 en 2024. De aanpassingen zorgen ervoor dat de berekening van het inkomstenbelastingdeel en het premiedeel van de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting, algemene heffingskorting en ouderenkorting nu overeenkomt met wetgeving en jurisprudentie. Het gaat daarbij vooral om de keuze welk inkomen als basis van de berekening voor heffingskorting wordt aangehouden. De berekeningen voor de binnenlandse biljetten blijven gelijk.

Let op

Hieronder worden de nieuwe berekeningen beschreven voor de premiedelen van de heffingskortingen. Volgens het Unierecht mogen niet-inwoners geen hogere premieheffing krijgen dan inwoners in een vergelijkbare situatie. Daarom wordt de meest gunstige berekening (de oude of de nieuwe) toegepast. De oude berekening wordt dus nog wel toegepast als dit gunstiger is voor de belastingplichtige.

De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd voor het C- en M-biljet voor de aangiftejaren 2023 en 2024:

Arbeidskorting (AK) en Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

Wanneer een cliënt IB werkt(e) bij een internationale organisatie en daardoor vrijgesteld inkomen heeft, dan telt dat inkomen niet mee bij het berekenen van de standaardheffingskortingen. Dat geldt voor zowel de korting op de inkomstenbelasting als de korting op de premies. Het maakt niet uit of het wegstrepen van het vrijgestelde inkomen zorgt dat de korting hoger of lager uitvalt: het vrijgestelde inkomen telt nooit mee in deze berekening.

  • Het rekenmachineveld Bij: vrijgestelde inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking (13F131) is verwijderd. Dit veld is ook verwijderd uit de berekening van het hoofdveld Arbeidsinkomen in Nederland (berekend tenzij gespecificeerd).
  • Het rekenmachineveld Bij: vrijgestelde inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking in het buitenland (13F132) is verwijderd. Dit veld is ook verwijderd uit de berekening van het hoofdveld Arbeidsinkomen in het buitenland (berekend tenzij gespecificeerd).

Vrijgesteld inkomen van internationale organisaties telt nooit mee voor de berekening van heffingskortingen, behalve bij Inkomensafhankelijke combinatiekorting. Voor het bepalen wie de minstverdienende partner is, worden deze vrijgestelde internationale inkomsten wel meegeteld. Dit voorkomt dat een partner die in werkelijkheid het minste verdient, door de vrijstelling onterecht buiten de regeling valt.

  • Het veld Vrijgestelde inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking (02F476) wordt daarom nu opgeteld bij het veld Wereldarbeidsinkomen (13F114). Dit geldt alleen voor de bepaling wie de feitelijk minstverdienende partner is. Voor de uiteindelijke berekening van de hoogte van de IACK (bij de betreffende partner die daarvoor in aanmerking komt) wordt het vrijgestelde inkomen niet meegenomen.

Inkomensbelasting

Voor de berekening van het IB-deel van de arbeidskorting (AK) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt in een aantal specifieke situaties niet gekeken naar alleen het Arbeidsinkomen in Nederland (berekend tenzij gespecificeerd), maar naar het Wereldarbeidsinkomen. Dit gebeurt in de volgende gevallen:

Bij een M-biljet:

  • Als is aangegeven dat iemand in Nederland belastingplichtig was voor de buitenlandse periode.
  • Of als iemand kwalificerend buitenlands belastingplichtig is, of heeft gewoond in België, Suriname of op Aruba.

Bij een C-biljet:

  • Als is aangegeven dat iemand in Nederland belastingplichtig was voor de buitenlandse periode én woonde in de EU, EER, BES of Zwitserland, terwijl hij niet kwalificerend buitenlands belastingplichtig is.
  • Of als is aangegeven dat iemand in Nederland belastingplichtig was voor de buitenlandse periode, niet woonde in de EU, EER, BES of Zwitserland, ook niet kwalificerend buitenlands belastingplichtig is, maar wél winst uit onderneming had.
  • Of als iemand kwalificerend buitenlands belastingplichtig is.

Er is een specifieke situatie waarin het IB-deel van de arbeidskorting (AK) en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) altijd op nul wordt gesteld. Dat is het geval bij een C-biljet als wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:

  • Iemand niet in de EU, EER, BES of Zwitserland heeft gewoond.
  • Niet kwalificerend buitenlands belastingplichtig is.
  • Daarnaast geldt: óf de persoon heeft niet in België, Suriname of Aruba gewoond, óf het woonland is Aruba of Suriname.
  • En er géén winst uit onderneming aanwezig is.

In alle andere gevallen wordt het IB-deel gewoon berekend op basis van het Arbeidsinkomen in Nederland (berekend tenzij gespecificeerd).

Premiedeel

Wanneer er sprake is van kwalificerende buitenlandse belastingplicht, wordt voor het premiedeel van de AK en IACK uitgegaan van het veld Wereldarbeidsinkomen (13F114). In alle andere gevallen wordt het premiedeel van de AK en IACK bepaald op basis van het veld Arbeidsinkomen in Nederland (berekend tenzij gespecificeerd).

Algemene heffingskorting (AHK)

Inkomensbelasting

Voor het inkomstenbelastingdeel van de AHK wordt nu in principe berekend op basis van het belastbaar inkomen uit werk en woning in Nederland. Behalve:

  • Is iemand kwalificerend buitenlands belastingplichtige, of hij/zij in België, Suriname of op Aruba woonde? Dan wordt het wereldinkomen uit werk en woning als grondslag gebruikt, waarbij bepaalde vrijgestelde of al verrekende inkomensposten buiten beschouwing blijven. Komt dit bedrag negatief uit, dan is de uitkomst 0.
  • Als cliënt IB een C-biljet heeft, maar hij/zij géén kwalificerend buitenlands belastingplichtige én ook niet woonachtig geweest in België, Suriname of Aruba? Dan wordt het IB-deel van de algemene heffingskorting altijd op nul gesteld.
  • In alle overige situaties blijft de grondslag het belastbaar inkomen uit werk en woning in Nederland.

Premiedeel

Voor het premiedeel van de AHK geldt vanaf nu het volgende:

  • Bij kwalificerende buitenlandse belastingplicht wordt uitgegaan van het wereldinkomen uit werk en woning. Daarbij worden vrijgestelde of al verrekende posten niet mee. Als de uitkomst negatief is, wordt er hier 0 gehanteerd in de berekening.
  • In alle andere situaties blijft het Nederlandse belastbaar inkomen uit werk en woning de basis voor de berekening.

Ouderenkorting

Inkomensbelasting

  • Als iemand kwalificerend buitenlands belastingplichtige is wordt het IB-deel van de ouderenkorting berekend op basis van het wereldwijde verzamelinkomen, waarbij de vrijgestelde inkomsten uit internationale organisaties buiten beschouwing blijven.
  • Als iemand een C-biljet heeft maar hij/zij géén kwalificerend buitenlands belastingplichtige is, is het IB-deel van de ouderenkorting altijd 0.
  • In alle andere gevallen wordt het Nederlandse verzamelinkomen gehanteerd zonder de vrijgestelde inkomsten uit internationale organisaties.

Premiedeel

  • Bij kwalificerende buitenlandse belastingplicht wordt het premiedeel berekend op basis van het wereldwijde verzamelinkomen (na aftrek van de vrijgestelde inkomsten van internationale organisaties).
  • In alle andere gevallen geldt het Nederlandse verzamelinkomen als grondslag (na aftrek voor vrijgestelde inkomsten.

Inkomensgrondslag algemene heffingskorting vanaf 2025

Vanaf de aangifte IB 2025 wordt om de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk af te bouwen niet meer alleen het inkomen uit werk en woning (BOX 1) in aanmerking genomen, maar het totale verzamelinkomen (BOX 1 t/m 3). Bij de uitlevering van de aangifte IB 2025 zal in dit artikel hier verder aandacht aan worden besteed.

Direct naar

  1. Belasting en premies